Winterverwachting 2021-2022: Een bijzondere winter in het vooruitzicht?

Ga met de nachttrein relaxed op wintersport. Nu al vanaf € 79 pp in een 6-persoons slaapcoupé (enkele reis). Klik voor meer informatie.
De afgelopen winters waren de warmste ooit gemeten op veel plekken in Europa. De opwarming van de aarde gaat onverminderd door en een trend van steeds warmere winters valt niet te ontkennen. Ondanks deze opwarmende trend zijn koude en sneeuwrijke winters nog steeds mogelijk.De timing van sneeuwval heeft veel invloed en de lokale verschillen zijn elk jaar groot. Vallen de weerkaarten goed, dan kan het zomaar eens een bijzondere winter worden. Wat kunnen we deze winter verwachten? We nemen je mee in de winterverwachting van 2021-2022.
Wintersport en klimaatverandering
De afgelopen winters waren zacht tot zeer zacht in Europa. De winter van 2019-2020 was de warmste in Europa ooit gemeten, maar afgelopen Coronawinter 2020-2021 was minder extreem zacht. In de Alpen was het een aardige winter met bovengemiddelde sneeuwhoeveelheden in de bergen. Gemiddelde genomen was de winter zacht, maar viel buiten de top 20 wat betreft warmste winters (ZAMG, 2021).
Begin februari waren er ook in Nederland een aantal koude dagen en konden we weer op de schaats staan. Het was lang geleden dat er zulke koude meerdaagse verwachtingen werden uitgegeven. Toch was het ook niet zo zeldzaam dat we een aantal koude dagen hebben gezien. Van een echte koudegolf konden we dan niet spreken, want daar duurde de koude periode te kort voor. Het KNMI noemt dat de kans op zo’n koude week met schaatsen tegenwoordig gemiddeld nog eens in de ongeveer zes jaar voorkomt. Dat is twee keer zeldzamer dan voor de opwarming van de aarde.
Iedere winter is uniek en er zijn een aantal ingrediënten die de winter bepalen
Toch laat het zien dat we koude winterse dagen nog steeds mogelijk zijn, ook al gaat de opwarming van de aarde onverminderd door en is een trend van steeds warmer wordende winters overduidelijk.
Wat maakt een goede winter?
Iedere winter is uniek en er zijn een aantal ingrediënten die de winter bepalen. Dat zijn de basis condities, timing en lokale verschillen.
De basis
Allereerst de basis condities oftewel de gemiddelde temperatuur en neerslag. Door de opwarming van de aarde stijgt de gemiddelde temperatuur waardoor de kans op koude winters afneemt en het sneeuwseizoen korter wordt. Onderzoek van de DWD, ZAMG en Meteoschweiz laat zien dat de sneeuw steeds minder vaak het dal bereikt en de gemiddelde nulgradengrens is gestegen in de Alpen.
Tel daar het laatste klimaatrapport van het IPCC bij op met de boodschap van de United Nations dat het code rood is voor de mensheid, dan is dat niet geruststellend vooruitzicht. Bovendien stijgt de gemiddelde temperatuur in de Alpen 2x zo snel als de globale temperatuur.
Niet alleen de gemiddelde globale temperatuur, maar vooral de omliggende zee en landmassa’s spelen een rol. Door de sterke afname van het zeeijs is een noordelijke aanvoer in de winter niet meer zo koud tegenwoordig. Warmte die wordt vastgehouden door zeeën en oceanen kunnen een bron zijn voor meer aanvoer van vochtige en zachtere lucht.
De koudste aanvoer komt vaak uit het noordoosten, maar ook die blijkt niet altijd meer zo koud te zijn en serieus winterweer te brengen. Het lijkt elke winter langer te duren voordat het echt overal flink afkoelt op het Noordelijk halfrond.
Timing
Ten tweede speelt timing een belangrijke rol. Vaak als we vooruitkijken naar de winter kijken we naar de gemiddelde temperatuur en neerslaghoeveelheden. Het gemiddelde zegt echter niks over het verloop van de winter, die wordt afgewisseld door warme en koude perioden. Als je kijkt naar het gemiddelde kan dat soms tegenvallen, maar dat betekent niet dat je geen goede wintersportweek te pakken kan hebben.
Het gemiddelde zegt weinig over het verloop van de winter, die wordt afgewisseld door warme en koude perioden
In de Alpen kan het zo zijn de meeste sneeuwval pas komt in januari en dat je met de kerstdagen nog geen sneeuw hebt (zoals in winter van 2016). Soms is het een kwestie van geluk dat je net de goede week te pakken moet hebben.
Lokale verschillen
Ten derde zijn er vaak ook grote lokale verschillen. Iedere winter zien we weer grote contrasten in de Alpen. De ene winter valt er veel sneeuw in de Noord-Alpen zoals de sneeuwdump januari 2019 en blijft en in het in de Zuid-Alpen droog en zonnig. Andere winters zien we weer vaker een goede Südstau, die kan zorgen voor een sneeuwdump in de Zuid-Alpen.
Soms zijn de lokale verschillen nog kleinschaliger waarbij in het ene dal sneeuw valt en in het andere dal de sneeuwvalgrens hoger blijft en regent. Het zijn deze microklimaatjes die het weer in de Alpen dan bepalen.
Seizoensverwachtingen – de zin en onzin
Het is goed om te bedenken dat wanneer we kijken naar de betrouwbaarheid van seizoensverwachtingen, deze voor Europa minder betrouwbaar zijn dan andere plekken op de wereld. Bovendien zeggen seizoensverwachtingen niets over het weer van dag tot dag, maar laten slechts een algemene trend zien.
Toch is het zeker zinsvol te kijken naar seizoensverwachtingsmodellen. Soms zijn er sterke signalen van een trend voor de komende maanden waardoor de kans toch groter is op een bepaalde weersituatie. Zo hebben ze de afgelopen jaren toch hun waarde laten zien. Meer achtergrond informatie over seizoensverwachtingen vind je hier: winterverwachting 2019-2020
Seizoensmodellen – Minder rode kaarten dit jaar?
In Figuur 1 zijn de 2 meter temperatuurafwijkingen van het ECMWF voor de wintermaanden december, januari, februari te zien. Deze seizoensverwachtingen laten de te verwachte afwijking zien voor de winters van 2018-2019, 2019-2020, 2020-2021, uitgegeven in oktober van ieder jaar.
De verwachting destijds van 2019-2020 was de meeste opvallende met temperatuurafwijkingen van >2.0 graden Celsius die in groot deel van Europa (diep rood). Een aantal maanden later bleek deze verwachting realiteit te worden en werd het de warmste winter in Europa ooit gemeten. De daarop volgende winter van 2020-2021 was minder uitgesproken. Ook deze winter bleek vervolgens zacht te zijn, maar veel minder zacht dan de winter ervoor.
Dit jaar zien we een hele andere seizoensverwachting voor aankomende winter dan de afgelopen jaren. Een temperatuurafwijking is voor een groot deel van Europa vrijwel niet te zien. En al helemaal niet de donkerrode kaarten van de winter van 2019-2020.
Mocht dit uit gaan komen dan zou een hele gemiddelde winter kunnen gaan worden wat temperatuur betreft. Ook de neerslagkaarten voor deze winter laten een gemiddelde beeld zien en hinten niet op een drogere of nattere winter.
De invloed van zeewatertemperaturen op het winterweer
Zeeën en oceanen hebben een grote invloed op het weer in Europa. Een belangrijke factor daarin is de temperatuur van het zeewater. Allereerst zorgen de zeeën en oceanen bij Europa voor een gematigd klimaat. De winters zijn nooit extreem koud en ook nauwelijks extreem warm in onze omgeving, al komen extreem zachte winters wel steeds vaker voor.
We leven in een typisch zeeklimaat. Desalniettemin kan de matigende invloed van oceanen wel verschillen per jaar en leiden tot ander (winter)weer. In de Alpen is de invloed van de zee ook duidelijk merkbaar al is deze alweer minder dan in Nederland. Ook binnen de Alpen zijn grote verschillen waar te nemen. De westelijke Alpen hebben bijvoorbeeld meer invloed van de zee dan de oostelijke Alpen. In het westen zijn de zomers gemiddeld iets koeler en de winters iets zachter tov de oostelijke Alpen.
Hebben we in Europa te maken met hogere zeewatertemperaturen, dan is er meer energie en vocht beschikbaar in de atmosfeer. Als er dan koudere lucht over de relatief warmere zee stroomt in de winter, ontstaan er grotere temperatuurverschillen tussen het water en de atmosfeer. Er kan dan meer water verdampen en later dus ook meer uitregenen. Voorwaarde is dan wel dat deze beschikbare energie en vocht wordt aangesproken door overtrekkende storingen of koude bovenluchten vanuit noordelijke gebieden.
Laten we daarom eens kijken naar de huidige zeewatertemperaturen en dan met name de afwijking ten opzichte van het gemiddelde voor deze tijd van het jaar (zie Figuur 2). Wat allereerst opvalt als we kijken naar de afwijking van de zeewatertemperatuur, zijn de warmere temperaturen in vrijwel de gehele noordelijke Atlantische Oceaan. Dit kan zorgen voor extra vochtopname en meer neerslag in Europa bij westenwinden.
Ook zal het bij een noordelijke wind in de herfst en eerste helft van de winter, met aanvoer over de relatief warme Noordzee, zachter zijn dan normaal waardoor de kans op sneeuwval lager is. Er zal gedurende een langere periode wind uit het noorden nodig zijn om deze ‘warme’ afwijking van de Noordzee uiteindelijk weg te werken.
Kijken we naar het noordoosten dan zien we dat de Oostzee ietsje warmer is dan normaal, maar veel minder dan vorig jaar. In de Barentszzee net ten noorden van Rusland zien we ook iets warmer zeewater, maar ook hier is de afwijking minder groot dan vorig jaar. Verder naar het noorden zien we zelfs stukken waar het zeewater kouder is dan gemiddeld.
Dit kan de aangroei van zeeijs wellicht iets ten goede zou kunnen komen. Dit kan op zijn beurt weer zorgen dat de temperaturen hier lager zouden kunnen gaan uitvallen in dit gebied dan vorig jaar. Mocht de wind dan vanuit deze regio gaan waaien later deze winter, dan kan dat zorgen voor de aanvoer van meer kou.
Kijken we naar het zuiden dan zien we dat ook de Middellandse Zee warmer is dan normaal. Dit kan bij een zuidelijke stroming een extra boost geven aan de neerslag met hogerop veel sneeuwval in de zuidelijke Alpen deze winter.
Verleggen we onze aandacht naar de temperaturen in de westelijke Atlantische Oceaan, dan zien we een afwijking die warmer is dan normaal. Met kou-uitbraken vanuit Arctisch Canada over dit relatief warmere water, is er een grotere kans op het ontstaan van depressies boven de oceaan die dan richting Europa kunnen komen.
La Niña
Opvallend op de kaart van Figuur 2 is de afwijking in zeewatertemperatuur ten westen van Zuid-Amerika. Deze is over een zeer groot gebied kouder dan in een gemiddeld jaar. Dit is een natuurverschijnsel wat eens in de zoveel jaar terugkeert. We noemen dit een “La Niña”. Bij een La Niña wordt het warmere water getransporteerd naar het westen richting Indonesië en Australië. Daardoor komt er vanuit de diepte veel kouder water naar het oppervlakte bij Zuid-Amerika.
Dit weerfenomeen heeft veel invloed op het weer wereldwijd. Bij Australië en Indonesië valt door het warmere water meer neerslag dan normaal. Tegelijkertijd is de winter in het noorden van Noord Amerika en noordoost Azië door la Nina vaak kouder dan normaal. Ook zien we in het zuiden van de VS vaak drogere condities optreden. De invloed van La Niña in Europa is volgens het KNMI beperkt, maar zou kunnen leiden tot een iets droger voorjaar dan normaal (een kans van 33% tegen 20% normaal).
Afgelopen jaar hadden we ook te maken met een La Niña. De huidige La Niña is minder sterk aanwezig dan vorig jaar, maar is toch duidelijk waarneembaar.
La Niña is het zogenaamde zusje van een “El Niño” (broertje). Bij deze laatste zijn de effecten juist omgekeerd van “het zusje”. Komende jaren wordt waarschijnlijk de kans op een El Niño weer wat groter.
Ondergemiddeld, maar wel meer zeeijs aanwezig dan afgelopen jaren
Op dit moment is de poolnacht alweer een tijdje begonnen. Dat betekent dat de temperaturen in het Noordpoolgebied steeds verder dalen nu de zon niet of nauwelijks meer boven de horizon uitkomt. Dat betekent dat ook het seizoen weer is aangebroken waarbij het zeeijs op de Noordpool weer begint met aangroeien. Afgelopen jaren zien we dat de ijsbedekking hier steeds minder wordt en er veel meer stukken open zee zijn.
Dit zorgt voor meer warmte afgifte aan de atmosfeer wat dan ook weer zorgt voor hogere temperaturen, meer neerslag en in eerste instantie ook minder ijs aangroei. Minder ijs zorgt dan ook weer voor minder lage temperaturen. Dat betekent dat als de wind vanuit de poolregio richting Europa blaast, de lucht warmer is in vergelijking met de tientallen jaren hiervoor. Desondanks zien we dit jaar een licht herstel in de hoeveelheid ijs ten opzichte van de afgelopen jaren.
De hoeveelheid zeeijs is nog steeds minder dan het langjarig gemiddelde, maar meer dan in de afgelopen 5 jaar. Hoe komt dit nu precies? Er zijn veel dingen die invloed hebben op de hoeveelheid zeeijs, zoals het voorkomen van stormen die het zeeijs uiteenrukken, hoeveelheid zonneschijn en de hoeveelheid bewolking. Echter is er nog een andere reden waarom de hoeveelheid zeeijs nu meer is dan afgelopen jaren. Dit heeft gek genoeg te maken met de extreem lage ijsbedekking aan het einde van de zomer van 2020 vorig jaar.
In de zomer van 2020 werd er de op 1 na laagste hoeveelheid zeeijs (oppervlakte) waargenomen sinds het begin van de metingen. Doordat er vorig jaar minder zeeijs aanwezig was, was het nieuwe ijs dat afgelopen jaar aangroeide dunner en lag er minder sneeuw op het nieuwe ijs dan op ijs wat de zomer overleefd had. Doordat de isolerende werking van sneeuw minder aanwezig was op het dunnere ijs kon het nieuwe ijs in eerste instantie sneller aangroeien dan in een gemiddeld jaar (nummer 1, Figuur 4). Dit komt doordat de lage temperaturen boven het ijs direct in contact staan met het ijs in plaats van dat er een laag isolatie(sneeuw) tussen zit die de aangroei van zeeijs vertraagt.
Als het ijs dunner is, is de aangroei van het ijs ook sneller in de winter (nummer 2, Figuur 4). Daarnaast heeft de oceaan voordat deze bevroor tijdens de donkere dagen al veel warmte kunnen verliezen waardoor het zeewater uiteindelijk langer kon afkoelen voordat er uiteindelijk zeeijs werd gevormd. Het zeeijs vormt namelijk ook een isolerende werking tegen de verdere afkoeling van het zeewater (nummer 3, Figuur 4). Deze dingen zorgen er gezamenlijk voor dat we vaak zien dat een “slecht” ijsjaar vaak wordt opgevolgd door een beter ijsjaar (of in dit geval minder slecht ijsjaar). Bovenstaande punten zijn samengevat in Figuur 4.
Echter als we kijken naar de langjarige trend van het zeeijs dan ziet deze er toch niet zo goed uit (zie Figuur 5). In deze figuur zien we het ijsminimum van elk jaar. Dit jaar was was weliswaar iets beter dan voorgaande jaren. Maar de trend zien we toch duidelijk naar beneden gaan.
Kijken we naar de ontwikkeling van het zeeijs, dan ligt deze nog altijd hoger dan de afgelopen jaren. Maar deze, deze is nog steeds lager dan het langjarig gemiddelde zoals te zien is in Figuur 6. Wat goed terug te zien is in deze grafieken is dat de grootste afwijkingen in de zomer te zien zijn. In de winter weet het zeeijs zich toch altijd weer aardig te herstellen, ook al komt dit vaak wat later opgang.
Een van de oorzaken dat het ijs in de winter zich vaak nog redelijk herstelt is dat de hoeveelheid zoetwater ‘fresh water content’ in de bovenste oceaanlaag in de Arctische Oceaan is toegenomen de afgelopen jaren. Dit komt onder andere door het smelten van het ijs en vooral ook van het landijs in de omgeving.
Mogelijk draagt ook een toename van neerslag in het Noordpoolgebied hier aan bij. Afhankelijk van hoe deze zoetwaterlaag aanwezig is aan het oppervlak kan het zeeijs sneller bevriezen in de winter. Zeewater met een lager zoutgehalte kan makkelijker bevriezen.
Samengevat: Wat betekent dit nu voor het winterweer bij ons?
Kort gezegd zorgt meer ijs voor meer koudere lucht op en rond de Noordpoolregio. Als deze lucht dan een keer naar het zuiden afzakt is deze kouder als er meer ijs ligt. Dat zou betekenen dat bij een mogelijke kou-uitbraak vanaf de Noordpool de lucht kouder isdan de afgelopen jaren. Maar lucht aangevoerd vanuit het noorden is waarschijnlijk nog altijd warmer dan het langjarig gemiddelde
Stratosfeer
Bij iedere winterverwachting kijken we ook naar een belangrijke ‘speler’ hoog in de atmosfeer: de stratosfeer. Daar vindt namelijk ongeveer 2 op de 3 winters een ‘plotselinge stratosferische opwarming’ (Sudden Stratospheric Warming; SSW) plaats. Een dergelijke gebeurtenis heeft vaak grote gevolgen voor het weer aan de grond in de weken na de SSW. Kunnen we net als vorig jaar weer een SSW verwachten? [link]
Ben je nog niet bekend met de stratosfeer en de poolwervel? Of wil je graag even een winterse ‘opfrisser’? Dan vind je hieronder een paar handige links!
- Een beknopte uitleg uit een eerdere blog(lees vanaf ‘Korte introductie’): hier
- Beeldende beschrijving (met uitleg) van een SSW van 2018 uit een eerdere blog: hier
- Uitleg over een SSW met wat meer natuurkundige/technische achtergrond: hier
Hieronder is een samenvatting van wat we wel en niet kunnen zeggen over wat de gevolgen van een plotselinge stratosferische opwarming voor het weer aan de grond!
Schema poolwervel al verstoord in oktober!?
Eind oktober kreeg de poolwervel al een tik te verduren. Deze tik was niet genoeg om van een SSW te spreken. Wel was de ‘kracht’ ervan vrij bijzonder voor eind oktober. Dat roept een vraag op, die ook voor een winterverwachting interessant is! Namelijk: heeft een ‘tik’ voor de poolwervel in oktober gevolgen voor de sterkte van de poolwervel en de kans op een SSW later in het seizoen?
In een eerdere blog gingen we op onderzoek uit naar het antwoord [link eerdere blog]. Uit dit onderzoek bleek dat een verzwakte poolwervel eind oktober weinig gevolgen heeft voor de sterkte van de poolwervel aan het eind van de winter. Kortom: de tik van de poolwervel in oktober is waarschijnlijk geen belangrijke speler voor het gedrag van de poolwervel in de rest van de winter.
Grotere kans op SSW in winter?
Gelukkig zijn er twee factoren die wel iets zeggen over de kans op een SSW in de winter. Dat zijn: het zeewater ten oosten van Centraal-Amerika (El Niño/La Niña; zie eerder deze blog) en de zogenaamde ‘Quasi-biennaial Oscillation’. Deze factoren zijn goed te gebruiken, omdat ze maanden van te voren al met redelijke zekerheid te voorspellen zijn.
Normaal is de kans op een SSW in de winter ongeveer 2 op 3. Door El Niño/La Niña en de QBO kunnen we iets zeggen over of de kans op een SSW deze winter anders is dan 2 op 3. Dat gaat als volgt:
- El Niño/La Niña: een SSW vindt vaker plaats na een El Niño/La Niña; en minder vaak wanneer er geen grote afwijking is in de zeewatertemperatuur;
- QBO: De QBO is uit te drukken in een getal. Is dit getal positief, dan is de kans op een SSW in de winter kleiner, andersom is de kans op een SSW groter bij een negatief getal.
In deze winter verwachten we een La Niña, en een negatieve fase van de QBO. Beide factoren dragen bij aan de kans op een SSW. Sterker nog: in de jaren dat zowel een La Nina voorkwam, als een ‘negatieve’ QBO, kwam gemiddeld meer dan 1 SSW per winter voor, (achtergrond: zie afbeelding hieronder) Dit is omdat er in twee winters met een La Nina en ‘negatieve’ QBO twee SSW’s voorkwamen. Kortom: de kans op een SSW komende winter is groter dan 2 op 3.
Conclusie – Winterverwachting 2021-2022
De variatie in het weer gedurende de winter is groot. Ook al warmt het klimaat op, de lokale verschillen zijn groot en er zullen altijd periodes blijven met kou en sneeuw. Een trend van zachtere winters lijkt niet te ontkennen. Ook deze winter wordt waarschijnlijk een zachte winter, maar een stuk minder zacht dan afgelopen winters. Daarmee lijkt de kans op relatief minder warmte extremen en meer kou groter deze winter.
Belangrijke conclusies winterverwachting
- De seizoensmodellen laten een gemiddelde temperatuurverwachting zien. Daarmee lijkt het minder extreem zacht te worden zoals afgelopen winters.
- Kou-uitbraken vanaf de Noordpool zorgen mogelijk voor koudere lucht door relatief meer zeeijs in vergelijking met de meest recente jaren.
- Neerslaghoeveelheden zullen over het algemeen gemiddeld uitkomen.
- Kans op een SSW komende winter is groter dan 2 op 3.
Kortom, mochten de seizoensmodellen gelijk krijgen, dan betekent het geen rode kaart voor deze winter en lijkt de vrij voor periodes met kouder winterweer. Tel daar relatief iets meer zeeijs bij op en een grotere kans op een SSW dan zijn er goede winterkansen dit jaar. Hoe de winter daadwerkelijk zal gaan verlopen van dag tot dag? Blijf dan goed op de hoogte van de meest actuele weerberichten op Alpenweerman.nl komende winter!
Lars, Sander en Roy
Copyright: Alpenweerman.nl
Eerdere winterverwachtingen kun je lezen op www.alpenweerman.nl/category/winterverwachting/
Roy is afgestudeerd aan de Wageningen Universiteit. Als Bachelor heeft hij de opleiding Bodem, Water & Atmosfeer gedaan. Tijdens de Master heeft hij zich verder gespecialiseerd in de richting van hydrologie en meteorologie. Bovendien heeft hij ook veel vakken in Noorwegen gevolgd en onderzoek gedaan op Spitsbergen. Voor Alpenweerman schrijft Roy weerberichten voor de Alpen en geeft lezingen over het weer.
één reactie op “Winterverwachting 2021-2022: Een bijzondere winter in het vooruitzicht?”
Comments are closed.
Een prachtig gevarieerd skigebied in Zwitserland
Ben je op zoek naar een prachtig skigebied, geschikt voor zowel gevorderden als beginners, met een goede variatie aan pistes, lekker eten op de piste en sneeuwzekerheid? Ga dan deze winter eens naar Crans Montana in de Zwitserse Alpen. Lees meer
Dit zijn de mooiste skigebieden in Utah
8x doen met kinderen rond Innsbruck: bergen, beestjes en avontuur
- door Edwin HagenouwOok in april kun je geweldig skiën in Ischgl. Door de hoge ligging is het gebied sneeuwzeker. Daarnaast zorgt de lente voor veel zon en lange dagen. Boek nu met korting!
- door Edwin HagenouwSoms stopt de aarde met draaien, wordt de zon verduisterd en sta je even stil. Bij een leven vol sneeuw, reizen en eindeloze verhalen. Een prachtig leven, maar wel veel te kort. Onze fantastische collega en lieve vriendin Saskia Smulders is overleden.
- door Pauline van der WaalVal Thorens biedt avontuur, ontspanning en unieke belevenissen op het hoogste niveau. Ga deze lente nog een keer naar het beste skigebied ter wereld!
Van de gebaande paden in IJsland
Ontdek het echte IJsland met Voigt Travel. Samen met lokale gidsen beleef je unieke excursies. Je slaapt in kleinschalige hotels en lodges. Zo ontdek je met alle aandacht de ongebaande paden van IJsland. Bekijk de reizen!
Wintersport in Valle d’Aosta
Het bergdecor van Valle d’Aosta in Noord-Italië is adembenemend. Het dal wordt omringd door de hoogste toppen, door de Mont Blanc, de Monte Cervino, de Monte Rosa. Skiën tot 3000 meter en zelfs hoger betekent sneeuwzekerheid tot eind april. Lees hier de reistips en reisverhalen. Lees meer
Ortovox: duurzame veiligheid in de bergen
Ortovox produceert volledig klimaatneutraal de allerbeste buitensportkleding en bijbehorende accessoires, ook voor wintersport. Wat in 1980 begon met een revolutionaire lawinepieper heeft geleid tot ontwikkeling van een hightech airbagsysteem. Dat natuurlijk naast de kleding en gear die comfortabel, stijlvol zijn en altijd gericht op veiligheid.
Wil je meer weten over Ortovox, klik dan hieronder. In Nederland koop je Ortovox bij TwinSeasons. Lees meer
Uitgelichte artikelen
Ideaal voor een vakantie met kinderen in de bergen: Seefeld!
Last-minute korting op een korte skitrip naar Ischgl in april!
Deze skigebieden zijn ideaal voor een wintersport met kinderen
Leg elk moment vast
Of je nu op wintersport gaat, door de bergen gaat wandelen of gaat genieten van een luxe vakantie aan zee, Sony biedt voor elke reis foto- en videografie producten om jouw unieke ervaringen vast te leggen en de content naar een hoger niveau te tillen. Zo is de nieuwe Sony A7C II samen met de FE 16-25mm F2.8 G en FE 24-50mm F2.8 G lens bijvoorbeeld een perfecte lichte en compacte kit als je maar weinig bagage mee kan nemen. Ontdek meer
Veelzijdige wintersport in Gastein
Eén vallei, vier skigebieden. Met de gondel „non stop to the top“ en genieten van de lange afdalingen. Met de auto of de skibus ben je in een paar minuten in de skigebieden. Ga na het skiën lekker ontspannen in het warme thermale water in de thermen. Heerlijk! Lees meer
Win een wintersportvakantie in SalzburgerLand!
De wereldkampioenen skiën in 2025 in SalzburgerLand. Jij ook? Het WK is in Saalbach in februari, maar SalzburgerLand is de hele winter door een eldorado voor wintersporters. SalzburgerLand biedt de keuze uit meer dan 2.200 kilometer piste in 21 skigebieden. Wil jij 1 van de 7 wintersportvakanties in SalzburgerLand winnen? Doe mee!
[…] Winterverwachting 2021-2022: Een bijzondere winter in het vooruitzicht? […]