Winter 2018-2019: Zacht en perioden met extreme neerslag
De winter zit er meteorologisch gezien alweer op en ook de astronomische winter inmiddels ook. Maar wat blijft ons nou eigenlijk bij van deze winter? En hoe zagen de verwachtingen er voorafgaand aan de winter uit? Zoals elk jaar publiceren we in het najaar weer onze winterverwachting. De belangrijkste conclusies uit de winterverwachting van 2018-2019 waren:
- Kans op SSW’s iets lager dan normaal
- Oostelijke stroming met kouder weer in de tweede helft van de winter
- Normale winter, niet koud maar ook niet te warm
- Eerste helft van januari grootste kans op koud winterweer
- Meer neerslag aan de zuidkant van de Alpen
Maar hoe is de winter uiteindelijk verlopen?
Warme en droge aanloop – daardoor meer neerslag zuidelijke Alpen in winter?
De aanloop naar de winter verliep warm en droog. De extreem warme zomer van 2018 had ervoor gezorgd dat de Middellandse Zee warmer was geworden dan normaal. Dat was een van de dingen die belangrijk had kunnen worden voor de winter van 2018-2019. Dat zat namelijk zo: als we in de Alpen een luchtstroming van het zuiden hebben, is dat vaak warme lucht. Die lucht pikt onderweg naar de Alpen veel vocht op boven de Middellandse Zee. Komt de lucht daarna dan in aanraking met de zuidkant van de Alpen dan valt daar veel neerslag.
Door de extreem warme zomer was de Middellandse Zee veel warmer dan normaal. Daardoor kon de lucht bij een stroming vanuit het zuiden ook meer vocht oppikken (door meer verdamping). En wanneer deze lucht dan tegen de zuidkant van de Alpen aan zou komen, zou meer neerslag vallen dan normaal. Dit is iets wat je ook een veel seizoensmodellen terug zag.
Maar… wat we zagen is dat de ‘warmte’ van de Middellandse Zee wel heel vroeg ‘opgebrand’ was…
In november zagen we al vaak een zuidelijke stroming waardoor veel energie uit de Middellandse verloren ging.
In november zagen we namelijk al vaak een zuidelijke stroming waardoor veel energie uit de Middellandse Zee verloren ging. Extreem veel neerslag viel langs de zuidkant van de Alpen. Bovendien zorgde een storm in november in Italië voor meer dan 14 miljoen ontwortelde bomen.
Waar in Italië veel regen viel, was er hogerop in Zwitserland extreem veel sneeuw. Dat leidde tot lawines en skigebieden die moesten sluiten. In december was daardoor de temperatuur van de Middellandse Zee een stuk minder warm dan eerder verwacht. Hierdoor konden we toen al niet meer een natte winter langs de zuidkant van de Alpen verwachten.
December, stormachtig, nat en zacht
December was een behoorlijk winderige maand, en vooral in de noordelijke en westelijke Alpen ook flink nat. Langs de zuidkant van de Alpen was de maand juist zonnig en droog.
In december zagen we vooral in de eerste helft van de maand een stroming vanuit het westen. Daarbij werd de ene na de andere storing naar de Alpen gebracht. Met de storingen kwam ook heel vaak relatief warme lucht mee, waardoor de sneeuwvalgrens ook vrij hoog bleef. In veel dalen viel de neerslag dan ook als regen; alleen hogerop viel veel sneeuw.
De storingen gingen ook gepaard met veel wind. De windstoten in de Alpen bereikten soms waarden rond 150 km/uur. De maand leek dus meer op herfst dan op winter.
Ook voor het zuiden viel de hoeveelheid sneeuw tegen. Daar viel sowieso weinig neerslag. Sommige plaatsen in het Zuid-Zwitserland, Zuid-Oostenrijk en Italië ontvingen maar 20% van wat ze normaal krijgen aan neerslag.
Januari, extreme sneeuwval Zwitserland en Oostenrijk
De kansen op een SSW waren dus kleiner dan normaal, maar op 2 januari begon er – iets tegen de verwachtingen in – toch een SSW. Aangezien we vorig jaar dankzij een SSW eind februari en begin maart een koudere periode konden verwelkomen, werd ook deze SSW met veel interesse gevolgd. Met een SSW kan er vaker koude lucht vanuit de poolgebieden naar lagere breedten afzakken. Dit gebeurt alleen lang niet altijd. Bij ongeveer de helft van de SSW’s gebeurt dit wel, bij de andere helft niet. In dit geval zorgde de SSW helemaal niet voor meer koude-uitbraken dan normaal. In de Alpen waren er daarom ook geen directe gevolgen van de SSW te merken.
Waar de Alpen wel mee te maken hadden was een langdurige noordwestelijke stroming. Hierdoor vielen er enorme hoeveelheden sneeuw in de noordelijke Alpen. Op veel plaatsen viel tot in de dalen 1 tot 2 meter sneeuw.
De maand zorgde ook voor neerslagrecords. Zo ontving Kufstein 279 mm in januari. Dat is ongeveer 40 mm meer dan het vorige record. Andere gebieden in Oostenrijk en Zwitserland ontvingen ook meer dan twee keer zo veel sneeuw dan normaal.
In combinatie met de harde wind dan ook niet meer dan logisch dat het lawinegevaar tijdelijk van het hoogste niveau (niveau 5) was. In het zuiden was het juist droog en warm dankzij een Nordföhn en kwamen er lokaal wat bosbranden voor.
Qua temperaturen was de maand januari vooral in de bergen te koud tot veel te koud. Het was op sommige plaatsen zelfs meer dan 5 graden kouder dan normaal. In de dalen was de maand januari vrij normaal. De koude afwijkingen in januari komen ook redelijk goed overeen met wat we in de winterverwachting schreven – de kans op koud winterweer was het grootst in begin januari. En uiteindelijk werd het vooral hogerop in januari dus ook behorlijk koud.
Februari, een maand als 2018
In februari wist een krachtig hogedrukgebied zich te nestelen boven Centraal-Europa. Het gevolg was dat het weer leek op een groot deel van 2018. Dat betekent extreem warm, extreem zonnig en extreem droog.
Vooral de warmte was vrij belachelijk. Waar we in Nederland eind februari de 20+ graden gehaald, deden ze in de Alpen er nog een schepje bovenop. Zo werden in Oostenrijk op de plaatsen Güssing en Deutschlandberg de all-time hitterecords voor februari in Oostenrijk gebroken. Het werd daar maar liefst 24.2 graden. Dat is 0.6 graden warmer dan het vorige record uit 1960. Met 24.2 graden had Oostenrijk dus bijna een lokale zomerse dag te pakken. En dat in februari!
Daarnaast was de maand februari ook extreem droog, en dus ook extreem zonnig. In Zwitserland waren er zowaar 2 weken onafgebroken zonneschijn. Ook in de rest van de Alpen was februari zeer zonnig.
Door de vele zon en hoge temperaturen was het echt ‘Kaiserwetter’. Oftewel: bijna-ideaal skiweer. De sneeuw in januari zorgde ervoor dat er in ieder geval genoeg van het witte goud lag. Maar de hoge temperaturen maakten de sneeuw ook vrij papperig.
Maartwinter (Märzwinter)
Ook al eindigt de klimatologische winter in februari, winterse omstandigheden in de eerste helft van maart zijn niet ongewoon. Bovendien geldt dit als singulariteiten (weersituatie met een hogere kans van voorkomen). Ook dit jaar was dit het geval en in de Alpen wordt vaak gesproken van Maartwinter (Märzwinter). De weersomstandigheden van deze Maartwinter waren vooral goed te merken op grote hoogte. Er viel nog veel winterse neerslag en ook op dit moment zijn de sneeuwcondities in de Alpen goed met bovengemiddelde sneeuwhoeveelheden, met name in de Noord-Alpen.
Conclusie Winter 2018-2019
De kans op SSW’s leek iets lager dan normaal, maar uiteindelijk was er deze winter wel sprake van een SSW. Echter zorgde dit voor de Alpen niet voor extreme kou-uitbraken aan de grond. Wel was januari een opvallende met maand met extreem veel sneeuwval in de Noord-Alpen. De oostelijke stroming met kouder weer in de tweede helft van de winter was af en toe sprake van in januari, maar kwam toch vooral uit noordelijke richting.
Een van de conclusies van de winterverwachtig was een normale winter: niet koud, maar ook niet te warm. De uiteindelijk uitslag was als volgt. De landelijk gemiddelde wintertemperatuur in Zwitserland lag 0,9 °C boven de norm van 1981-2010 (bron: Meteoschweiz). In Oostenrijk lag de temperatuur in het laagland 1,2 °C boven het gemiddelde, maar in de bergen lagen de temperaturen precies rond dat van het langjarige gemiddelde. Het opvallende is, en hetzelfde geldt voor Zwitserland, dat de temperatuur de afgelopen jaren sneller stijgt in de laaglanden en minder hard in de bergen.
Meer neerslag aan de zuidkant van de Alpen was een van de verwachting die zeker niet is uitgekomen. Het tegenovergestelde bleek en het was vooral de noordkant die deze winter veel neerslag kreeg. Aan de noordkant van de Alpen sneeuwde het deze winter 50 tot 200 procent meer dan in een gemiddelde winter.
Als we we terugkijken op de winterverwachting is de belangrijkste conclusie is dat de weermodellen (met initiële condities oktober) nog altijd niet betrouwbaar genoeg verwachtingen te geven voor de gehele winterperiode. Soms zijn de signalen sterk van de seizoenverwachtingen en kan het een indicatie geven wat we kunnen verwachten. Deze signalen waren voorafgaand aan deze winter niet sterk en vandaar ook onze onuitgesproken winterverwachting of deze extreem warm, koud, droog of nat zou gaan verlopen. De trend van steeds zachtere winters lijkt in ieder geval door te zetten.
Verder is deze winter ook weer een mooi voorbeeld dat ondanks een opwarmend klimaat er nog altijd veel sneeuw kan vallen. De verschillen zijn elk jaar groot en waar de meeste sneeuw precies valt in de Alpen blijft sterk afhankelijk van bepaalde weersituaties. Wil je weten waar de meeste sneeuw precies valt of de meeste zon is te vinden gedurende de winter? Daarvoor moet je uiteraard de weerberichten blijven volgen op Alpenweerman.nl (iedere dag, het hele jaar door).
© Auteurs:
Maarten, Lars en Roy
- Lees hier ook de eerdere winterverwachting updates:
- Winterverachting 2018-2019 (01-10-2018)
- Weermodellen update (16-10-2018)
- Watertekort voor kunstsneeuw? (21-10-2018)
- Hulp vanuit de bovenkamer? (03-11-2018)
Roy is afgestudeerd aan de Wageningen Universiteit. Als Bachelor heeft hij de opleiding Bodem, Water & Atmosfeer gedaan. Tijdens de Master heeft hij zich verder gespecialiseerd in de richting van hydrologie en meteorologie. Bovendien heeft hij ook veel vakken in Noorwegen gevolgd en onderzoek gedaan op Spitsbergen. Voor Alpenweerman schrijft Roy weerberichten voor de Alpen, geeft lezingen over het weer en maakt skireviews voor skigebieden.