Een onweersbui is er niet zomaar, daarvoor is onstabiele lucht nodig. Die ontstaat wanneer door instraling van de zon het onderin de atmosfeer warm genoeg wordt of doordat op grotere hoogte koudere lucht wordt aangevoerd. De warme lucht stijgt dan vanuit de onderste luchtlaag op. Vaak ontstaat door deze opstijgende warme lucht een individuele bui. In onze omgeving spelen samenkomende luchtstromingen, veranderde windvelden of veranderingen aan het aardoppervlak een belangrijke rol. Deze effecten zorgen vaak voor extra stijging van de warme lucht. Zo een warmtebui bestaat uit één onweerscel en leeft hooguit 30 tot 60 minuten. Doordat de vallende neerslag de lucht afkoelt ontstaan dalende luchtstromingen die de warme opstijgende luchtstromen van de bui afsnijden. Deze dooft vervolgens uit. De regen uit een bui is kort en hevig en soms zijn kleine hagelsteentjes mogelijk. Na een tijdje klaart het op en blijft de warmte voortduren.
Langlevend buiencluster.
Wanneer de wind op de juiste manier met de hoogte verandert zorgen de dalende luchtstromen juist voor het versterken van de warme stijgstroom aan de voorzijde van de bui. Er kunnen dan nieuwe buiencellen ontstaan. De kans bestaat dat deze buien clusteren tot een buiencluster (multicell storm). Een systeem waar aan de flanken van het systeem elke keer nieuwe onweerscellen ontstaan. In de warme onstabiele lucht is dit voldoende om nieuwe onweersbuien te laten ontstaan. Gemiddeld elke 15 minuten ontstaan nieuwe actieve onweerscellen. De oudere onweerscellen doven uit, maar geven wel regen. Het onweer zit aan de randen van het systeem, terwijl in het midden matig gelijkmatige regen valt. Aan de rand van het systeem komen, als de omstandigheden daar goed voor zijn, windhozen en windstoten voor.
Mesoscale Convective System.
Wanneer een dergelijk systeem groot is geworden spreken meteorologen over een Mesoscale Convective System (MCS) of een Mesoscale Convective Complexes (MCC). Beide systemen zijn ontstaan uit de geclusterde buien, hebben dezelfde eigenschappen, maar verschillen toch met elkaar. Belangrijkste verschil is dat een MCC een MCS is dat aan bepaalde vereisten voor de afmetingen voldoet, op grond van satellietfoto’s.
.
Nachtelijk windmaximum ((Nocturnal) Low-level jet)
Een MCS is in tegenstelling tot de geclusterde onweerscellen in staat de nacht te overleven. Sterker nog, het systeem is ’s nachts op zijn hoogtepunt. Dit is mogelijk door het ontstaan van een windstroom tussen de 300 en 3000 meter hoogte. Deze stroom is een nachtelijke straalstroom op lagere nivo’s. Deze mag niet worden verward met de straalstroom op grote hoogte die depressies naar Europa aanvoert. De nachtelijke straalstroom ontstaat ’s avonds als de verhitte luchtlagen stabiliseren. Op enige hoogte neemt de wind toe en wordt warme en vochtige lucht de bui ingevoerd. Dit nachtelijk windmaximum kan onweersbuien doen ontstaan of in stand houden.
Doorgaans ontstaat een MCS in de tropen. Zomers komen ze ook in Europa voor en ontstaan dan vaak boven Frankrijk aan het eind van de dag. Vooral op een plaats waar warme en vochtige lucht uit het zuidoosten en relatief koele en drogere lucht uit het westen elkaar ontmoeten. Bij een zuidelijke stroming trekt het systeem ’s nachts naar onze omgeving of Duitsland.
Grootte en vorm van een MCS.
Een MCS heeft vanuit de satelliet gezien een ovaalvorm. Een dergelijk systeem kan 100.000 vierkante kilometer beslaan (ruim 300 bij 300 kilometer groot) en wordt meegevoerd met de heersende wind tussen 3 en 6 kilometer hoogte.
Soms lijkt de trekrichting afwijkend, maar dat komt doordat er aan één zijde vaker nieuwe cellen ontstaan dan aan de andere zijde. Zo lijkt het dat het buiencluster naar het noordenoosten koerst maar naar het noordnoordoosten.
Een MCS is niet altijd hetzelfde. Zo kan het voorkomen dat aan de rand van een MCS een nieuwe cel ontstaat. Dit kan een zeer krachtige onweerscel zijn met sterke stijgwinden waar hagel en windhozen in voorkomen. Zo’n chaotische MCS noemen we asymmetrisch. Is de MCS mooi ovaal dan heet die symmetrisch. Een MCS kan een enorme bliksemintensiteit geven. Vooral rond middernacht kan de bliksemfrequentie oplopen tot boven de 100 ontladingen per minuut. Het onweerscomplex gaat gepaard met hevige weertypes als hagel en windstoten. Vooral aan de randen van het systeem. Middenin komt meer gestage regen voor.
Het verdwijnen van een MCS.
Als ’s ochtends het nachtelijk windmaximum afzwakt, verdwijnt de aanvoer van de warmte en daarmee de buiigheid. Een tweede effect is de infraroodafkoeling. De bovenkant van de wolken in de MCS koelen ’s nachts sterker af dan de wolken eronder. Ook hierdoor blijft de buiigheid in stand. Als de zon vervolgens opkomt stopt het proces van afkoeling. De buien zakken als een plumpudding in elkaar. Bij een MCS stopt de onweersactiviteit vaak vlak na zonsopkomst.
Effecten op afstand.
Bij grote complexen is er ook sprake van een outflow-proces. Daalstromen uit het systeem en neerslag zorgen ervoor dat grote hoeveelheden koude lucht van hoog in de atmosfeer op het aardoppervlak komt. Deze lucht wordt voor de buien uitgeduwd, waarop vervolgens op enige afstand van het systeem, door optilling een nieuwe buienlijn wordt gevormd. Rond een MCS is het heersende windveld verstoord. De wind waait uit een andere richting en neemt toe. In de avond kunnen de hoge buientoppen tot op grote afstand hun schaduw op het aardoppervlak werpen.
Hoe herken je van de grond een MCS?
Een MCS is niets meer dan een dreigende donkere lucht voornamelijk in het zuiden of zuidwesten. In de nacht gaat dit gepaard met heftig weerlicht dat naderbij komt. Een MCS komt alleen in de zomer voor. Het is moeilijk te zien aan de lucht of sprake is van een MCS. Satellietfoto’s en radarbeelden geven een beter beeld. Maar zware onweersactiviteit in de zomernacht wordt bijna altijd door een MCS veroorzaakt.
Een Mesoscale Convective Complexes (MCC) is een MCS waar de grootte van de wolkenkap aan bepaalde afmetingen moet voldoen. Een MCC is altijd groter dan een MCS.
Bron: Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie / VWKWeb
Adrie Huisman
- 500 hPa en 850 hPa-vlak
- Adiabatisch proces
- Advectie
- Advectiemist
- Albedo
- Alpen (Geologie) indeling
- Alpen klimaat
- Alpenhoofdkam ( Alpenhauptkamm )
- AMO (Atlantic multidecadal oscillation)
- Ana front
- Antarctische Oscillatie (AAO)
- Anti cycloon ( cyclonaal )
- Arctische lucht
- Arctische Oscillatie (AO)
- Atmosfeer ( opbouw )
- Atmosfeer opbouw (visueel)
- Barocline
- Beaufort, Schaal van
- Bergklimaat
- Bergwinden Middellandse Zee
- Bise diagram
- Blizzard
- Boomgrens
- Buien
- Buienclusters
- Cape
- Cold Air Development (C.A.D.)
- Condensatie
- Convectie
- Convectieve bewolking
- Convergentie
- Corioliskracht
- Cyclogenese
- Cyclogenese / Jetstreak
- Dagelijkse gang
- Daglengte
- Dauwpunt
- De "Polar Vortex" ..een "voospellende" waarde?
- De Straalstroom (Jetstream)
- Depressie
- Depressie (retrograd )
- Depressie Vb Traject
- Depressiebanen vlgs Bebber
- Dooi
- Dooimist
- Downburst
- Downburst - Valwind
- Drukgradientkracht
- Edit Profile
- El Niño
- El Niño ( Enso )
- Ensemble Prediction System (KNMI)
- Ensembles ( EPS ) ECMWF
- Ensembles GFS
- Enso (El Niño/La Niña)
- Equinox
- Fahrenheit
- Favonius / Föhn
- Föhn 2
- Föhndiagram
- Fronten en drukgebieden
- Fujita tornadoschaal
- Gebergte -hooggebergte
- Gebergte -laaggebergte
- Gebergte -middelgebergte
- Gebruikers blogs
- Genua laag ( depressie )
- Geostrophische wind
- Gevoelstemperatuur
- GFS Ensembles
- Globale straling
- Grenslaag (atmosfeer onderste)
- Hadleycel
- Hellman (koude)getallen
- Hitte -index
- Hochnebel
- Hochnebelgrens
- Hoe komen NOAA en NOAA-GFS weerkaarten tot stand
- Homogenisatie KNMI
- Hoog blokkerend
- Hoog dynamisch
- Hoog subtropisch
- Hoog thermisch
- Hoog trekkend
- Hoogte trog
- Hoogtelaag (Upper Level Low) / Koudeput
- hPa en DAM ( Diktewaarden )
- ICON_luchtdruk
- icon_sneeuwval
- IJsgroei - IJspluim (KNMI)
- IJsgroei en IJsdikte
- IJsvorming
- Intertropische Convergentiezone
- Inversie
- Isotherm
- Isothermie
- Joran
- Kanaalrat
- Kata front
- Kelvin
- Kilmaat ( E ) ( pool )
- Klimaat ( Berg )
- Koude put
- Koufront
- Koufront -gemaskeerd
- La Niña
- Lagedrukgebied
- Lagedrukgebied (soorten)
- Lawines
- Luchtdruk / hPa
- Luchtdruk door luchtmassa's
- Luchtsoorten
- MCS (Mesoscale Convective System. )
- MCS / MCC - Onweerscomplexen
- Medicanes - Mediterrane tropische-achtige cyclonen
- Mentelity games
- Metar
- Metar-Decoder
- Modellen (algemeen)
- MOS
- Nattebol en Dauwpunt (sneeuw)
- Nattebol temperatuur
- Neerslag
- Neerslagafkoeling / Isothermie
- Nieuw Blog Bericht plaatsen
- NOORD ATLANTISCHE OSCILLATIE (NAO)
- Noorse school
- Nordstau
- Occlusiefront
- Onweer
- Onweer (begrippen dynamische kant)
- Onweer (bliksem en geluid)
- Pacific - Noord Amerikaanse Oscillatie (PNA)
- PDO (Pacific decadal oscillation )
- Permafrost
- Polar low
- Polar Vortex
- Potentiële vorticiteit
- QBO (Quasi-Biennial Oscillation )
- Relative vochtigheid
- Retour d'Est
- Rossby golven
- Satelliet (Weersatelliet)
- Skew T
- Smelten
- Sneeuw
- Sneeuw (alg)
- Sneeuwhoogte meting
- Soundings -Indices
- Soundings (Cape, LI) en meer
- Soundings (Cin) en meer
- Soundings (LI, CAPE, CInh en Cap)
- Spanish Plume
- Storingen
- Straalstroom | Jetstream
- Stromings patronen
- Sublimatie
- Subsidentie
- Subsidentie inversie
- Sudden Stratospheric Warming (SSW)
- Synop code ( eng. )
- T500 hPa
- T850 hPa
- Theta-w (op 850 hPa)
- Tolwegen en Vignetten
- Trog
- Troggen (grond -hoogte)
- UV index
- UV straling
- Verdamping
- Vortex
- Walker circulatie (El Nino)
- Warmtefront
- Weeroverzicht(en) Termen
- Weerstation Termen (1020m)
- Wind
- Wind -Zeewind
- Wind ( Bergwind )
- Wind ( Dalwind ) )
- Wind theorie
- Windrichting
- Windstoten
- Windvaantjes
- Wolkenformaties
- Zuidelijke Oscillatie
Uitgelichte artikelen
Laat je betoveren door het Italiaanse Val Venosta in Zuid-Tirol
Topbestemming in het najaar | 3 Zinnen in de Dolomieten
Ook de herfst is geweldig in Alpbachtal. Lees hier onze reistips!
Tips voor een geweldige herfstreis. Ga naar Zuid-Tirol in Italië!
Sprookjesachtig mooi skiën in Kronplatz in Italië
Wintersportregio Hochkönig. Vakantie op de toppen van je emoties!
Het skigebied Hochkönig met de drie dorpen Maria Alm, Dienten en Mühlbach biedt wintersporters een gevarieerde skipiste met in totaal 120 kilometer aan pistes en 34 moderne skiliften in een adembenemend Alpendecor. Lees meer
Grossarltal, nog meer skiplezier voor het hele gezin.
Het Grossarltal had altijd al een groots aanbod in Ski amadé. Afgelopen jaar is fors geïnvesteerd in nieuwe kabelbanen, skipistes en restaurants op de berg. Speciaal voor gezinnen: gratis ski- en avonturenpiste in het dal voor beginners. Geniet van de unieke natuur bij de ingang van het Nationaal Park Hohe Tauern. Lees meer
Leg elk moment vast
Of je nu op wintersport gaat, door de bergen gaat wandelen of gaat genieten van een luxe vakantie aan zee, Sony biedt voor elke reis foto- en videografie producten om jouw unieke ervaringen vast te leggen en de content naar een hoger niveau te tillen. Zo is de nieuwe Sony A7C II samen met de FE 16-25mm F2.8 G en FE 24-50mm F2.8 G lens bijvoorbeeld een perfecte lichte en compacte kit als je maar weinig bagage mee kan nemen. Ontdek meer