Lawines vormen een van de grootste gevaren in de bergen. Ieder jaar komen (vele) mensen om. Een flink aantal van deze slachtoffers vallen als gevolg van onvoldoende kennis over lawines. Zij hebben zich onwetend in gevaarlijk terrein begeven en werden daar, letterlijk, het slachtoffer van.
Allereerst geven we je een overzicht van de verschillende typen lawines:
- Sneeuwlawines, er zijn 3 hoofdtypen, t.w.:
- Losse sneeuw lawines
- “Schneebrett” lawines
- Natte sneeuw lawines
Sneeuwlawines
Sneeuwlawines ontstaan wanneer een sneeuwdek onvoldoende samenhang heeft en onvoldoende met de ondergrond is verankerd om nog op een helling op z’n plaats te blijven. Over het algemeen kunnen op hellingen tussen 20° en 60° lawines optreden. Op hellingen steiler dan 60° accumuleert meestal te weinig sneeuw om het ontstaan van lawines mogelijk te maken.
Alleen in relatief warme en vochtige condities kunnen zich op zeer sleile hellingen nog aanzienlijke sneeuw- en ijsmassa’s afzetten. Dat gebeurt hoofdzakelijk in kustgebergten en in gebergten op lagere breedtes (Himalaya en Peruaanse Andes). Bij zeer natte sneeuw is op hellingen vanaf 15° lawinevorming mogelijk!
1. Losse sneeuw lawines
Deze lawines kunnen onstaan als er sneeuwval optreedt of kort daarna. Belangrijk zijn daarbij de volgende factoren:
- Sneeuwval >2 cm/hr
- Nieuwe sneeuwlaag van >30 cm
- Langzame “zetting” van de sneeuw (vooral bij zeer lage temperaturen <-15 °C)
- Zeer fluffy of zeer dichte sneeuw
- Zeer korrelige sneeuwkristallen (“Graupel”)
Als een helling op de rand van stabiliteit verkeert en er een kleine sneeuwmassa “faalt” omdat die zo steil ligt dat deze spontaan gaat schuiven (denk aan droog zand dat op een gegeven moment begint te lopen; in “solids handling” spreekt men van het overschrijden van de “angle of repose”). Zodra dat gebeurt kan dit “beginnetje” de rest met zich mee nemen.
Met name op grote hellingen kunnen op deze wijze enorme (stuif)lawines ontstaan (ook het omvallen van seracs kan een “trigger” zijn). In grote gebergten (Himalaya, Karakoram, Alaska Range, Noordelijke Rocky’s) zijn soms lawines met een massa van 100.000-den tonnen waargenomen die snelheden tot 100 m/s haalden.
Het is daarom na zware sneeuwval altijd raadzaam even te wachten met het beginnen van een toerski tocht. Het duurt (minstens) enkele dagen voor het sneeuwdek zich heeft “gezet”. Daarbij moet je er rekening mee houden dat als het zeer koud is dit aanmerkelijk langer (soms meer dan een week!) kan duren.
2. “Schneebrett” lawines
Dit type lawine maakt in de Alpen (en ook daarbuiten) vele slachtoffers. Dit wordt veroorzaakt door het – vaak – optreden van een bedrieglijke “stevigheid” van de toplaag van het sneeuwdek.
Bij dit type lawine is er altijd sprake van een “zwakke” tussen of onderlaag in het sneeuwdek. Dit kan een zeer fluffy tussen/onderlaag zijn maar ook een ijzige laag waarop de bovenliggende sneeuw maar weinig hecht.
Het onstaan van een zwakke tussen/onderlaag kan op 2 manieren geschieden:
a. Wind
b. Lage temperatuur in combinatie met een relatief dunne sneeuwlaag
a. Wind
Op hellingen onder de wind kan tijdens sneeuwval of door stuifsneeuw een relatief stevige toplaag worden afgezet. De onderliggende laag is echter vaak veel minder stevig en samenhangend. Op deze wijze kunnen hellingen aan de lij zijde zeer gevaarlijk worden. Ook op hellingen waar de wind langs strijkt kan op plaatsen “enigszins uit de wind” op deze wijze een “schneebrett” ontstaan. Ski of loop je door zo’n helling heen dan is er een (grote) kans dat de bovenliggende stevige laag op een groot deel van de helling loskomt.
Het is direct na dagen met een combinatie van wind en (stuif)sneeuw af te raden zich in hellingen als boven beschreven te begeven. Op convexe hellingen moet je zo mogelijk over de graat gaan, terwijl in geval van concave hellingen je een veilige afstand van de voet van de helling aan moet houden. Afhankelijk van de temperatuur zal een helling geleidelijk stabieler worden.
b. Lage temperaturen
Tijdens de 1e helft van de winter kunnen m.n. noord hellingen gevaarlijk worden t.g.v. “temperatuur gradient metamorphose“. Tijdens dit proces vindt er een recristallisatie plaats binnen het sneeuwdek. Vlak bij de bodem is de temperatuur in de buurt van het vriespunt, terwijl deze aan het oppervlak zeer laag (-20 °C) kan zijn. De sneeuw verdampt dan enigszins vlak bij het oppervlak en rekristallseert hogerop in het sneeuwdek. De onderlaag wordt fluffy, en de bovenlaag wordt steviger.
Dit verschijnsel treedt vooral op in niet te dikke sneeuwdekken. Deze kunnen dan geleidelijk aan zeer gevaarlijk worden. Extra verraderlijk is dan nog dat extra sneeuwval op zo’n “temperatuur gradient sneeuwdek” aanleiding kan geven tot spontane lawines van soms het hele sneeuwdek.
Aanvullende opmerkingen: Als je bij het betreden van zeer flauwe hellingen (< 10° is veilig) duidelijk “knallen” hoort ben je gewaarschuwd: Wegblijven uit lij zijde hellingen. Ook het opbreken van sneeuw onder je ski’s in samenhangende blokken die los op de onderlaag liggen is zo’n duidelijke waarschuwing.
3. Natte sneeuw lawines
In de late winter of het vroege voorjaar (en in kustgebergten altijd) speelt dit gevaar. Als de bovenste 20 cm van een sneeuwdek nat wordt kan dit gaan glijden. Al vanaf een hellingshoek van 15° moet je hier rekening mee houden.
In beklimmingen in kustgebergten kan een plotselinge dooi leiden tot uiterst gevaarlijke condities. Extra verraderlijk is daarbij dat als de dooi met veel wind gepaard gaat de temperatuurstijging niet wordt opgemerkt.
Als het in het voojaar door het hele sneeuwdek heen 0 °C is kan dooi de hele laag snel verzadigen met vocht met als mogelijk gevolg dat, als het op een redelijk vlakke ondergrond ligt, het in z’n geheel omlaag kan komen. Indicatief voor gevaar van natte sneeuw lawines is de aanwezigheid van sneeuwballen die spontaan van hellingen af zijn komen rollen.
Het werk van de lawinedienst
Alpenweerman heeft een video gemaakt over het werk van de lawinedienst en hoe het risico’s op lawines wordt bepaald. We spraken hiervoor met Patrick Nairz, het hoofd van de Lawinenwarndienst van Tirol (LWD). In de video spreken we met hem over het werk van de lawinedienst en gaan we op pad om een sneeuwprofiel te graven. Een heel belangrijk onderdeel van het werk van de lawinedienst.
Zie ook: Der Weisse Tod | Lawine informatie per land: Lawine informatie
Een lang seizoen in sneeuwzeker Obertauern
Iedereen die gek is op lenteskiën weet ook dat de sneeuw dan wel eens wat minder kan zijn. Maar niet in Obertauern. Wil je er dit seizoen nog wat later op uit, kies dan voor het sneeuwzekere en gezellige Obertauern in Oostenrijk. Lees meer
Ski amadé – Oostenrijks grootste skiparadijs
Alleen in Ski amadé kunt u met één skipas genieten van maar liefst 760 kilometer aan pistes. Tot wel 270 moderne liften en 356 perfect geprepareerde pistes in adembenemende berglandschappen wachten op skiërs en snowboarders.Lees meer
- 500 hPa en 850 hPa-vlak
- Adiabatisch proces
- Advectie
- Advectiemist
- Albedo
- Alpen (Geologie) indeling
- Alpen klimaat
- Alpenhoofdkam ( Alpenhauptkamm )
- AMO (Atlantic multidecadal oscillation)
- Ana front
- Antarctische Oscillatie (AAO)
- Anti cycloon ( cyclonaal )
- Arctische lucht
- Arctische Oscillatie (AO)
- Atmosfeer ( opbouw )
- Atmosfeer opbouw (visueel)
- Barocline
- Beaufort, Schaal van
- Bergklimaat
- Bergwinden Middellandse Zee
- Bise diagram
- Blizzard
- Boomgrens
- Buien
- Buienclusters
- Cape
- Cold Air Development (C.A.D.)
- Condensatie
- Convectie
- Convectieve bewolking
- Convergentie
- Corioliskracht
- Cyclogenese
- Cyclogenese / Jetstreak
- Dagelijkse gang
- Daglengte
- Dauwpunt
- De "Polar Vortex" ..een "voospellende" waarde?
- De Straalstroom (Jetstream)
- Depressie
- Depressie (retrograd )
- Depressie Vb Traject
- Depressiebanen vlgs Bebber
- Dooi
- Dooimist
- Downburst
- Downburst - Valwind
- Drukgradientkracht
- Edit Profile
- El Niño
- El Niño ( Enso )
- Ensemble Prediction System (KNMI)
- Ensembles ( EPS ) ECMWF
- Ensembles GFS
- Enso (El Niño/La Niña)
- Equinox
- Fahrenheit
- Favonius / Föhn
- Föhn 2
- Föhndiagram
- Fronten en drukgebieden
- Fujita tornadoschaal
- Gebergte -hooggebergte
- Gebergte -laaggebergte
- Gebergte -middelgebergte
- Gebruikers blogs
- Genua laag ( depressie )
- Geostrophische wind
- Gevoelstemperatuur
- GFS Ensembles
- Globale straling
- Grenslaag (atmosfeer onderste)
- Hadleycel
- Hellman (koude)getallen
- Hitte -index
- Hochnebel
- Hochnebelgrens
- Hoe komen NOAA en NOAA-GFS weerkaarten tot stand
- Homogenisatie KNMI
- Hoog blokkerend
- Hoog dynamisch
- Hoog subtropisch
- Hoog thermisch
- Hoog trekkend
- Hoogte trog
- Hoogtelaag (Upper Level Low) / Koudeput
- hPa en DAM ( Diktewaarden )
- ICON_luchtdruk
- icon_sneeuwval
- IJsgroei - IJspluim (KNMI)
- IJsgroei en IJsdikte
- IJsvorming
- Intertropische Convergentiezone
- Inversie
- Isotherm
- Isothermie
- Joran
- Kanaalrat
- Kata front
- Kelvin
- Kilmaat ( E ) ( pool )
- Klimaat ( Berg )
- Koude put
- Koufront
- Koufront -gemaskeerd
- La Niña
- Lagedrukgebied
- Lagedrukgebied (soorten)
- Lawines
- Luchtdruk / hPa
- Luchtdruk door luchtmassa's
- Luchtsoorten
- MCS (Mesoscale Convective System. )
- MCS / MCC - Onweerscomplexen
- Medicanes - Mediterrane tropische-achtige cyclonen
- Mentelity games
- Metar
- Metar-Decoder
- Modellen (algemeen)
- MOS
- Nattebol en Dauwpunt (sneeuw)
- Nattebol temperatuur
- Neerslag
- Neerslagafkoeling / Isothermie
- Nieuw Blog Bericht plaatsen
- NOORD ATLANTISCHE OSCILLATIE (NAO)
- Noorse school
- Nordstau
- Occlusiefront
- Onweer
- Onweer (begrippen dynamische kant)
- Onweer (bliksem en geluid)
- Pacific - Noord Amerikaanse Oscillatie (PNA)
- PDO (Pacific decadal oscillation )
- Permafrost
- Polar low
- Polar Vortex
- Potentiële vorticiteit
- QBO (Quasi-Biennial Oscillation )
- Relative vochtigheid
- Retour d'Est
- Rossby golven
- Satelliet (Weersatelliet)
- Skew T
- Smelten
- Sneeuw
- Sneeuw (alg)
- Sneeuwhoogte meting
- Soundings -Indices
- Soundings (Cape, LI) en meer
- Soundings (Cin) en meer
- Soundings (LI, CAPE, CInh en Cap)
- Spanish Plume
- Storingen
- Straalstroom | Jetstream
- Stromings patronen
- Sublimatie
- Subsidentie
- Subsidentie inversie
- Sudden Stratospheric Warming (SSW)
- Synop code ( eng. )
- T500 hPa
- T850 hPa
- Theta-w (op 850 hPa)
- Tolwegen en Vignetten
- Trog
- Troggen (grond -hoogte)
- UV index
- UV straling
- Verdamping
- Vortex
- Walker circulatie (El Nino)
- Warmtefront
- Weeroverzicht(en) Termen
- Weerstation Termen (1020m)
- Wind
- Wind -Zeewind
- Wind ( Bergwind )
- Wind ( Dalwind ) )
- Wind theorie
- Windrichting
- Windstoten
- Windvaantjes
- Wolkenformaties
- Zuidelijke Oscillatie
Uitgelichte artikelen
Hotel Seiblishof in Ischgl, nu met 20% last-minute korting!
Deze skigebieden zijn ideaal voor een wintersport met kinderen
Ga naar Flims Laax voor een super relaxte wintervakantie
Ga in maart gewoon nog een keer skiën in zonnig Innsbruck!
Skivakantie met kinderen? Ga dan eens naar Innsbruck!
Leg elk moment vast
Of je nu op wintersport gaat, door de bergen gaat wandelen of gaat genieten van een luxe vakantie aan zee, Sony biedt voor elke reis foto- en videografie producten om jouw unieke ervaringen vast te leggen en de content naar een hoger niveau te tillen. Zo is de nieuwe Sony A7C II samen met de FE 16-25mm F2.8 G en FE 24-50mm F2.8 G lens bijvoorbeeld een perfecte lichte en compacte kit als je maar weinig bagage mee kan nemen. Ontdek meer
Veelzijdige wintersport in Gastein
Eén vallei, vier skigebieden. Met de gondel „non stop to the top“ en genieten van de lange afdalingen. Met de auto of de skibus ben je in een paar minuten in de skigebieden. Ga na het skiën lekker ontspannen in het warme thermale water in de thermen. Heerlijk! Lees meer
Win een wintersportvakantie in SalzburgerLand!
De wereldkampioenen skiën in 2025 in SalzburgerLand. Jij ook? Het WK is in Saalbach in februari, maar SalzburgerLand is de hele winter door een eldorado voor wintersporters. SalzburgerLand biedt de keuze uit meer dan 2.200 kilometer piste in 21 skigebieden. Wil jij 1 van de 7 wintersportvakanties in SalzburgerLand winnen? Doe mee!