Een lagedrukgebied, ook wel depressie, is een gebied waarin de luchtdruk, relatief ten opzichte van de omgeving, laag is. Dit in tegenstelling tot een hogedrukgebied, waarin juist relatief hoge barometerstanden worden gemeten. Bij de 60e breedtegraad ontstaan vaak depressies, doordat de koude lucht van de pool de warme lucht van de 30e breedtegraad ontmoet. Daarom bevinden de meeste depressies zich ten noorden van Nederland. Langs de scheiding van koude en warme lucht ontstaan golven, waarbij de warme lucht zich in de koude lucht dringt. Een golf gaat over in een wig, waarbij aan de voorkant een warmtefront en aan de achterkant een koufront gevormd wordt. Het koufront verplaatst zich sneller dan het warmtefront, waardoor de luchtdruk in de kern sneller gaat dalen. Daar waar het koufront het warmtefront heeft ingehaald ontstaat een occlusiefront. De depressie is volwassen op het moment dat deze drie fronten gevormd zijn.
De lucht rondom een depressie draait op het noordelijk halfrond altijd tegen de wijzers van de klok in. Dit komt door het corioliseffect. Bij stilstaande aarde zou de lucht rechtstreeks naar de laagste druk stromen. Door de draaiing van de aarde sturen de corioliseffecten de winden om het centrum van de depressie heen, spiraalvormig naar het midden toe, waar de lucht verticaal omhoog ontwijkt. Deze stroomt vervolgens naar een hogedrukgebied waar ze de wegstromende lucht aanvult.
In onze omgeving komen depressies meestal vanuit het westen opzetten. Zij worden namelijk op grote hoogte door de straalstroom, die altijd van west naar oost waait, van de Atlantische oceaan Europa in gewaaid. De straalstroom kan ook een golvend patroon hebben, waardoor depressies ook vanuit een veel zuidelijker of noordelijker richting kunnen trekken. Op de nadering van een depressie over de noordelijke Noordzee draait de wind bij ons dus vaak naar zuidelijke richtingen bij nadering van het warmtefront. Voor Nederland betekent dat aanvoer van vochtigere en ook warmere lucht. Deze warme, lichtere lucht schuift over de koude lucht omhoog en koelt daardoor af, waardoor het gaat (mot)regenen. Na enige tijd passeert het koufront, waarbij de koude, zwaardere lucht onder de warme lucht schuift. Door de snelle opstijging van de warme lucht ontstaan er buien en gaat het flink regenen, hagelen of sneeuwen.
Bij de nadering van een warmtefront ontstaat cirrusbewolking, die vervolgens overgaat in cirrostratus en dichter bij het front in altostratus. Langs het front is nimbostratus en /of stratus aanwezig.
Bij de nadering van een koufront ontstaat cirrus die overgaat in cirrocumulus en dichter bij het front in altocumulus. Langs het front is cumulonimbus aanwezig.
Tussen het warmtefront en koufront komt vaak stratocumulus voor en achter het koufront cumulusbewolking.
De tegenstellingen in temperatuur, die in de omgeving van fronten voorkomen, kunnen aanleiding geven tot vorming van neerslag (regen) of buien. Achter een koufront kunnen sterke luchtdrukstijgingen voorkomen, waardoor de wind flink kan toenemen. Snelle luchtdrukveranderingen gaan vrijwel altijd gepaard met slecht weer. Het verband tussen luchtdruk en weer is echter niet zo simpel als de meeste barometers ons doen geloven. Hogedruk en lage druk zijn namelijk relatief en geven alleen het verschil tussen elkaar aangrenzende drukgebieden aan.
Als er een lang hogedrukgebied stagneert wordt de lucht aan de grond opgewarmd. Hierdoor ontstaat er verdamping. Doordat de lucht zo warm en vochtig is, ontstaat er een klein lagedrukgebied. Dit wordt een thermisch lagedrukgebied genoemd. Omdat de temperatuur zo hoog is veranderd een hogedrukgebied vaak in een lagedrukgebied omdat de atmosfeer zo vochtig is. Daardoor kan damp niet ontsnappen doordat een hogedrukgebied damp tegenhoudt. Thermische lagedrukgebieden komen dan plotseling in een hogedrukgebied, waardoor de damp in de troposfeer stijgt, omdat de atmosfeer zo vochtig is wordt het onstabiel en kunnen thermische lagedrukgebieden vaak voor hagel en onweer zorgen.
Het symbool voor een lagedrukgebied is de letter L, ze worden op weerkaarten aangegeven om te bepalen waar een lagedrukgebied zich bevindt, ze worden altijd in de kern van een lagedrukgebied weer gegeven waar de luchtdruk het laagst is, maar ook waar een front ligt wordt dat aangegeven omdat fronten slecht weer met zich mee brengen.
- 500 hPa en 850 hPa-vlak
- Adiabatisch proces
- Advectie
- Advectiemist
- Albedo
- Alpen (Geologie) indeling
- Alpen klimaat
- Alpenhoofdkam ( Alpenhauptkamm )
- AMO (Atlantic multidecadal oscillation)
- Ana front
- Antarctische Oscillatie (AAO)
- Anti cycloon ( cyclonaal )
- Arctische lucht
- Arctische Oscillatie (AO)
- Atmosfeer ( opbouw )
- Atmosfeer opbouw (visueel)
- Barocline
- Beaufort, Schaal van
- Bergklimaat
- Bergwinden Middellandse Zee
- Bise diagram
- Blizzard
- Boomgrens
- Buien
- Buienclusters
- Cape
- Cold Air Development (C.A.D.)
- Condensatie
- Convectie
- Convectieve bewolking
- Convergentie
- Corioliskracht
- Cyclogenese
- Cyclogenese / Jetstreak
- Dagelijkse gang
- Daglengte
- Dauwpunt
- De "Polar Vortex" ..een "voospellende" waarde?
- De Straalstroom (Jetstream)
- Depressie
- Depressie (retrograd )
- Depressie Vb Traject
- Depressiebanen vlgs Bebber
- Dooi
- Dooimist
- Downburst
- Downburst - Valwind
- Drukgradientkracht
- Edit Profile
- El Niño
- El Niño ( Enso )
- Ensemble Prediction System (KNMI)
- Ensembles ( EPS ) ECMWF
- Ensembles GFS
- Enso (El Niño/La Niña)
- Equinox
- Fahrenheit
- Favonius / Föhn
- Föhn 2
- Föhndiagram
- Fronten en drukgebieden
- Fujita tornadoschaal
- Gebergte -hooggebergte
- Gebergte -laaggebergte
- Gebergte -middelgebergte
- Gebruikers blogs
- Genua laag ( depressie )
- Geostrophische wind
- Gevoelstemperatuur
- GFS Ensembles
- Globale straling
- Grenslaag (atmosfeer onderste)
- Hadleycel
- Hellman (koude)getallen
- Hitte -index
- Hochnebel
- Hochnebelgrens
- Hoe komen NOAA en NOAA-GFS weerkaarten tot stand
- Homogenisatie KNMI
- Hoog blokkerend
- Hoog dynamisch
- Hoog subtropisch
- Hoog thermisch
- Hoog trekkend
- Hoogte trog
- Hoogtelaag (Upper Level Low) / Koudeput
- hPa en DAM ( Diktewaarden )
- ICON_luchtdruk
- icon_sneeuwval
- IJsgroei - IJspluim (KNMI)
- IJsgroei en IJsdikte
- IJsvorming
- Intertropische Convergentiezone
- Inversie
- Isotherm
- Isothermie
- Joran
- Kanaalrat
- Kata front
- Kelvin
- Kilmaat ( E ) ( pool )
- Klimaat ( Berg )
- Koude put
- Koufront
- Koufront -gemaskeerd
- La Niña
- Lagedrukgebied
- Lagedrukgebied (soorten)
- Lawines
- Luchtdruk / hPa
- Luchtdruk door luchtmassa's
- Luchtsoorten
- MCS (Mesoscale Convective System. )
- MCS / MCC - Onweerscomplexen
- Medicanes - Mediterrane tropische-achtige cyclonen
- Mentelity games
- Metar
- Metar-Decoder
- Modellen (algemeen)
- MOS
- Nattebol en Dauwpunt (sneeuw)
- Nattebol temperatuur
- Neerslag
- Neerslagafkoeling / Isothermie
- Nieuw Blog Bericht plaatsen
- NOORD ATLANTISCHE OSCILLATIE (NAO)
- Noorse school
- Nordstau
- Occlusiefront
- Onweer
- Onweer (begrippen dynamische kant)
- Onweer (bliksem en geluid)
- Pacific - Noord Amerikaanse Oscillatie (PNA)
- PDO (Pacific decadal oscillation )
- Permafrost
- Polar low
- Polar Vortex
- Potentiële vorticiteit
- QBO (Quasi-Biennial Oscillation )
- Relative vochtigheid
- Retour d'Est
- Rossby golven
- Satelliet (Weersatelliet)
- Skew T
- Smelten
- Sneeuw
- Sneeuw (alg)
- Sneeuwhoogte meting
- Soundings -Indices
- Soundings (Cape, LI) en meer
- Soundings (Cin) en meer
- Soundings (LI, CAPE, CInh en Cap)
- Spanish Plume
- Storingen
- Straalstroom | Jetstream
- Stromings patronen
- Sublimatie
- Subsidentie
- Subsidentie inversie
- Sudden Stratospheric Warming (SSW)
- Synop code ( eng. )
- T500 hPa
- T850 hPa
- Theta-w (op 850 hPa)
- Tolwegen en Vignetten
- Trog
- Troggen (grond -hoogte)
- UV index
- UV straling
- Verdamping
- Vortex
- Walker circulatie (El Nino)
- Warmtefront
- Weeroverzicht(en) Termen
- Weerstation Termen (1020m)
- Wind
- Wind -Zeewind
- Wind ( Bergwind )
- Wind ( Dalwind ) )
- Wind theorie
- Windrichting
- Windstoten
- Windvaantjes
- Wolkenformaties
- Zuidelijke Oscillatie
Uitgelichte artikelen
Verleng de levensduur van je kleding met duurzame producten van Nikwax
In Stubai kun je skiën tot eind mei. Ga jij ook?
Doe vijf geweldige wandelingen vanuit Innsbruck, met een gratis berggids
Alpenweerman reistips | Ga eens lente-skiën in Nendaz in Zwitserland
Wintersport in Valle d’Aosta
Het bergdecor van Valle d’Aosta in Noord-Italië is adembenemend. Het dal wordt omringd door de hoogste toppen, door de Mont Blanc, de Monte Cervino, de Monte Rosa. Skiën tot 3000 meter en zelfs hoger betekent sneeuwzekerheid tot eind april. Lees hier de reistips en reisverhalen. Lees meer
Ortovox: duurzame veiligheid in de bergen
Ortovox produceert volledig klimaatneutraal de allerbeste buitensportkleding en bijbehorende accessoires, ook voor wintersport. Wat in 1980 begon met een revolutionaire lawinepieper heeft dit jaar geleid tot ontwikkeling van een hightech airbagsysteem. Dat natuurlijk naast de kleding en gear die comfortabel, stijlvol zijn en altijd gericht op veiligheid.
Wil je meer weten over Ortovox, bijvoorbeeld over de klimaatneutrale collectie, de Safety Academy met lawinetrainingen of natuurlijk de kleding, klik dan hieronder. In Nederland koop je Ortovox bij TwinSeasons. Lees meer
Voordelige rondreizen door Noorwegen
BBI Travel biedt rondreizen door Noorwegen aan, waarbij je kunt kiezen uit routes door diverse regio’s. Alle rondreizen hebben gemeen dat de fraaist te rijden trajecten en de meest interessante bezienswaardigheden onderdeel zijn van de reis.
De bergpensions, fjordenpensions en gemoedelijke hotels liggen in een prachtige omgeving met ongerept natuurschoon of in levendige plaatsen. Bekijk hier het scherpe aanbod van BBI Travel. Lees meer