Dringend gezocht: winter

Ga met de nachttrein relaxed op wintersport. Nu al vanaf € 79 pp in een 6-persoons slaapcoupé (enkele reis). Klik voor meer informatie.
De weerkundige ‘winter’ van 2019-2020 is alweer halverwege. Of beter gezegd: de verlengde herfst. Want van winter is eigenlijk nog geen sprake geweest in de Benelux. In deze uitgebreide zoektocht naar de winter kijken we naar hoe ‘erg’ het gesteld is met deze ‘winter’, doen we een blik op waarom de winter het laat afweten, en kijken we vooruit of we de winter de komende weken wel kunnen vinden.
Wat we in ieder geval kunnen zeggen, is dat de winter buiten nog niet te vinden is. Sterker nog, tekenen voor lente zijn makkelijker te vinden dan tekenen van winter. Zo hangt er op verschillende plaatsen al bloesem aan bomen en struiken. En ook zijn her en der al bloeiende sneeuwklokjes gesignaleerd. Hoewel dit allemaal wel vaker gebeurd is de afgelopen winters, zijn ze er dit jaar wel erg vroeg bij.
In de natuur zijn al bloeiende narcissen gespot. Normaal een teken dat de lente er aan komt, maar nu vooral een teken dat de ‘winter’ het laat afweten. Foto: Albert Thibaudier (genomen op 15 januari)
Cijfers laten zien: geen winter te bekennen
Als we zoeken naar winter in cijfers, zien we ook duidelijk dat we weinig kunnen vinden in die richting. Om dat te laten zien kijken we naar de ‘Hellmannscore’. Deze score wordt veel gebruikt om de ‘strengheid’ van een winter aan te geven (zie tekst onder figuur voor een korte uitleg). Tot nu toe heeft de winter 2019-2020 0.1 Hellmannpunt gescoord. Dat is extreem weinig. Want volgens het KNMI heeft een normale winter tussen de 40 en 100 Hellmannpunten. Daar zitten we dus niet eens in de buurt.
Kan het nog extremer? Ja, de winter van 2013-2014 was volledig ‘Hellmannpuntloos’, met daarbij ook amper vorst in de nacht. Hieronder in het kaartje is de gemiddelde temperatuur per dag van de winters van 2019-2020, 2013-2014, en de ‘beruchte’ winter 1963-1964 uitgezet van 1 december tot en met 16 januari. Duidelijk te zien is dat er in zowel de winter van 2019-2020 als die van 2013-2014 nog geen enkele serieuze kou is geweest.
En zet dat allemaal maar eens af tegen de winter van 1963-1964… In die winter lag de gemiddelde temperatuur maar zelden boven 0. Alleen begin en eind december waren er toen dagen dat het iets minder koud was dan in de winter van 2019-2020.
Gemiddelde temperatuur per dag van de winters van 2019-2020, 2013-2014, en de ‘beruchte’ winter 1963-1964 van 1 december tot en met 16 januari. Bron data: KNMI
Uitleg Hellmannscore
De Hellmannscore geeft aan hoe streng een winter is door te kijken naar de gemiddelde temperatuur per dag. Dat werkt zo: is deze temperatuur op een bepaalde dag in de weerkundige winter onder 0, dan is de Hellmannscore van die dag de de gemiddelde temperatuur van die dag onder nul (zonder minteken). Een voorbeeldje: stel op 1 januari was de temperatuur gemiddeld -3.2 graden. Dan is de Hellmannscore van die dag 3.2 punten. Een dag met een gemiddelde temperatuur van boven 0 graden levert geen score op. Om vervolgens tot de Hellmannscore van een winter te komen, tel je de score van alle dagen bij elkaar op.
Waarom toch zo zacht?
In de zoektocht naar de winter kunnen we ook kijken naar de dader van waarom we tot nu toe geen winter konden vinden. Tot nu toe is de grootste dader te vinden in de verdeling van luchtdruk. Zo zijn in december en het begin van januari lagedrukgebieden nabij IJsland en ook boven Scandinavië veel sterker dan normaal geweest. Daardoor hebben we in de Benelux te maken gehad met sterkere westenwinden dan normaal (winden uit het westen). Daarmee werd steeds zachte oceaanlucht de Benelux binnengebracht
Om dat te laten zien laat het kaartje hieronder zien we afwijkingen in luchtdruk van december 2019. Blauw en paars betekent lagere luchtdruk dan normaal, groen en oranje hogere luchtdruk dan normaal. Duidelijk te zien is dat de luchtdruk ten noorden van de Benelux veel lager is dan normaal, waardoor de stroming uit het westen ook veel sterker is dan normaal (witte pijl). Dat zorgde vaak voor een aanvoer van zachte oceaanlucht.
Hetzelfde zagen we ongeveer in de eerste helft van januari. Maar dan kwam de wind meer uit het zuidwesten. Het gevolg is hetzelfde: het bleef het zacht.
Afwijkingen in luchtdruk in december 2019. Rood en groen is hogere luchtdruk dan normaal, blauw en paars lagere luchtdruk dan normaal. Bron: Earth System Research Laboratory (ESRL)
Nog een dader in de bovenkamer
Een andere dader die we kunnen aanwijzen voor het tekort aan winter is te vinden in de bovenkamer. Want de situatie in de bovenkamer van de atmosfeer heeft ook niet meegeholpen om een winter met ‘koude’ te brengen.
In deze bovenkamer bevindt zich de zogenaamde poolwervel boven de Noordpool. Deze poolwervel is vooral in januari veel sterker geweest dan normaal. Een sterkere poolwervel gaat vaak hand in hand met een sterkere stroming uit het westen of zuidwesten in Europa. Dit is ook precies wat we telkens weer zagen op de weerkaarten aan de grond.
De afbeelding hieronder laat dat mooi zien. Daarin is de wind op ongeveer 30 km hoogte (60 hPa) te zien gemiddeld op 60 graden noorderbreedte. Kortgezegd is dat een maat voor de sterkte van de poolwervel. De blauwe lijn is de gemeten waarde, en de zwarte lijn is het gemiddelde. Verder is de rode lijn de verwachting.
Op het kaartje zien we dat de blauwe lijn vooral in januari ver boven het gemiddelde zat. Oftewel: de poolwervel was inderdaad sterker dan normaal in januari. En, zoals we weten, gaat dat vaak ook samen met sterkere winden uit het westen aan de grond. Dat is in januari dus ook het geval geweest.
Zonaal gemiddelde zonale (west-oost gerichte) windsnelheid op 10 hPa (ongeveer 30 km) hoogte op 60 graden noorderbreedte. Bron: Hannah Attard.
Volgens het boekje
Dat we weinig winter zouden zien in de Benelux zat ook al in de verwachtingen die werden gemaakt voor de winter. Zo schreven we in onze winterverwachting ook al dat de winter waarschijnlijk zachter zou worden dan normaal. En dat is tot nu toe dus uitgekomen.
De zoektocht in de toekomst: kunnen we nog winter vinden?
De vraag is nu vooral: kunnen we wel wat tekenen voor winter vinden in de toekomst? Of kunnen we beter ophouden met zoeken met winter? Om daar een antwoord op te krijgen, kijken we naar de staat van de poolwervel, hoe de staat van de rest van Europa ons weer kan beïnvloeden, en de verwachting voor de komende 15 dagen.
Zoeken in de bovenkamer
Als begin van onze zoektocht kijken we naar de kracht van de poolwervel. Dit is omdat een zwakkere poolwervel, of zelfs een ‘gebroken’ poolwervel (door middel van een plotselinge stratosferische opwarming) kan wijzen op veranderingen in het weerpatroon. En daarmee ook een grotere kans op koude-uitbraken voor februari.
De verwachte kracht van de poolwervel is te zien in het vorige kaartje hierboven. De rode lijn geeft de verwachting aan. Wat te zien is, is dat de poolwervel minder sterk wordt en weer naar ‘normaal’ gaat (de zwarte lijn). Maar echt zwak wordt hij niet. De kans op een SSW (Plotselinge Stratosferische Opwarming; rode lijn onder 0) is voor de komende 10 dagen ook heel klein.
Wat kunnen we daarmee zeggen? Een ‘normale’ poolwervel zegt niet zo veel over kansen op koude aan de grond. Maar meehelpen aan winterweer doet deze dan ook zeker niet. Oftewel: in de bovenkamer hoeven we voorlopig niet te zoeken voor tekenen voor winterweer.
Geen kou op voorraad = stoppen met zoeken?
Niet alleen in de Benelux is de winter ver te zoeken. In heel veel andere delen van Europa laat de winter het ook afweten. Zo is het ook in Finland en Rusland tot nu toe veel te ‘warm’. En hetzelfde gaat op voor veel meer landen in Noord- en Oost-Europa.
Het interessante is dat dit tekort aan kou ook gevolgen kan hebben voor de winter in de Benelux. Want voor ‘onze’ winter geldt dat kou in de Benelux het vaakst komt als er een wind uit het oosten staat. Dan wordt kou uit het oosten van Europa aangevoerd. Maar als die kou er niet is… dan kan er ook geen kou uit het oosten komen. Oftewel: mocht er nog een keer een stroming uit het oosten komen, dan is de kans klein dat er echt extreme kou naar de Benelux wordt meegenomen. Daarmee is de kans op koud winterweer in de rest van de winter dus ook kleiner dan normaal, tenzij de andere delen van Europa wel de diepvries in gaan. Maar…
…Kijken we vooruit, dan laten de weerkaarten ook in het noorden van Europa en in west-Rusland geen verandering zien. Dat zorgt er ook voor dat, mocht de wind een keer naar het oosten draaien, de kans op koude kleiner is dan normaal. En als er dan toch kou zou komen, zal deze waarschijnlijk ook minder heftig zijn dan als er wel echt kou op voorraad wast geweest. Oftewel: stevige koude zal in februari lastig te vinden zijn.
En de pluim? Geen winterweer in zicht
Tot slot eindigen we onze zoektocht met de ‘pluim’ voor de komende 15 dagen. En ook deze pluim laat er geen gras over groeien: er is geen winterweer in zicht. Af en toe is er wel kans op vorst in de nacht, maar daarmee is ook alles gezegd. En ook overdag blijft de temperatuur dichter bij de 10 graden dan het vriespunt.
De ‘pluim’ laat er geen twijfel over bestaan: het blijft ook in de rest van januari te zacht voor de tijd van het jaar. Winter hoeven we in januari dan ook niet meer te verwachten.
Zoektocht: gefaald tot nu toe!
Kortom, we hoeven in januari niet meer te gaan zoeken naar winter, want die gaan we zeer waarschijnlijk niet meer vinden. En ook in februari wordt het, met het winterloze Europa en (nog) geen tekenen op een plotselinge stratosferische opwarming, een lastige zoektocht.
Winter vinden is tot nu toe nog niet gelukt. Ook in februari wordt het een lastige zoektocht.
Afgestudeerd meteoroloog op de Wageningen Universiteit. Inmiddels ook werkzaam als meteoroloog. Daarnaast onderzoek gedaan over het weer in de stratosfeer en de gevolgen daarvan op het winterweer in Nederland.